Pas geleden stond het volgende in de krant: “Spitsstroken kunnen handig zijn om files te vermijden. Maar als het rustig is wekken ze agressie op”1. Als er weinig auto’s zijn, wordt de spitsstrook vrijwel niet gebruikt. Dat levert weer irritaties op, met bijvoorbeeld rechts inhalen ten gevolg. Maar waarom gebruikt men de spitsstrook dan niet? Ik vermoed dat de doorgetrokken streep een rol speelt. Mensen vertonen kuddegedrag. Dus als het druk is, en de spitsstrook door meerdere voertuigen wordt gebruikt, zal een langzame weggebruiker snel de neiging hebben om zich daarbij aan te sluiten. Maar als er niemand in het zicht gebruik maakt van de spitsstrook, is de doorgetrokken streep dan niet een belemmering om er wel gebruik van te maken? Ons wordt immers van jongs af geleerd dat je een doorgetrokken streep niet mag passeren. Natuurlijk worden de uitzonderingen uit het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 ons wel een keer geleerd (“… is niet van toepassing indien de streep wordt overschreden om een naast de gevolgde rijstrook gelegen vluchthaven, vluchtstrook of spitsstrook te bereiken of te verlaten”), maar het principe is universeel.
Men is nu van plan om strenger te gaan handhaven op het openingsregime, zodat er altijd een minimum aantal voertuigen op de weg is. Maar een betere oplossing bestaat volgens mij al: een onderbroken streep met relatief lange strepen en korte onderbrekingen. Deze wordt nu bijvoorbeeld (in andere landen) toegepast voor busstroken (zie afbeelding). Ook hiervoor geldt immers dat deze alleen onder bepaalde omstandigheden gebruikt mogen worden: namelijk als je een bus bent. De (dikke) doorgetrokken streep kunnen we dan ‘gewoon’ gebruiken als zij- en middenmarkering van de weg, die alleen in noodsituaties overschreden mag worden.
PS Is wegbelijning geen onderwerp om Europees te reguleren? Wegen stoppen immers meestal niet bij de grens. In het railvervoer heeft Intergo gewerkt aan interoperabiliteit door de interface van het Europese treinbeveiligingssysteem ETCS te ontwerpen.
(1) Metro, 30/10/2015
16 november 2015 – door drs Richard van der Weide EurErg