Sinds kort heb ik een nieuwe hybride auto, een Toyota Auris, uiteraard een automaat. Wat mij hierbij opviel is dat de auto een niet-ergonomisch pookje heeft. Neem het volgende voorbeeld bij het wegrijden uit een parkeervak: Als ik vooruit moet wegrijden, moet ik het pookje naar achteren trekken, naar de D van Drive. Als ik achteruit moet wegrijden, moet ik het pookje naar voren duwen, naar de R van Reverse. Ik heb mij al enkele keren vergist, zonder erge gevolgen, maar je schrikt wel. Een belangrijk uitgangspunt binnen de ergonomie bij het ontwerpen van bedieningsmiddelen is dat de bewegingsrichting van het bedieningsmiddel moet overeenstemmen met het effect van de bediening. Intuïtief zal je, als je iets naar voren wilt laten bewegen en daarvoor een hendel moet bedienen, deze naar voren bewegen. Dus is het aan te bevelen om de hendel zó uit te voeren, daarmee voorkom je vergissingen. Waarschijnlijk is dat ook de reden dat er geen stuur in de auto zit die je linksom moet verdraaien om rechts af te slaan.. Het is natuurlijk mogelijk dat hier een technische reden voor is. Navraag bij de lokale Toyota dealer leert dat bij praktisch alle elektrische hybride auto’s de R boven staat en de D onderaan de pook, en deze pook geen mechanische functie meer heeft (het trekken aan kabels bijvoorbeeld). De pook heeft dus nu alleen nog maar de functie van het genereren van een elektrisch signaal. Technisch moet het toch mogelijk zijn hierbij aan te sluiten bij de natuurlijke neigingen van de mens, misschien is het zelfs erg gemakkelijk, om de R en de D om te draaien? Of is er wellicht een andere reden voor? Wij horen het graag! Voor meer info over het ontwerp van displays en controlepanelen kan men kijken bij ISO 9335.
22 januari 2015 – door ir Colete Weeda EurErg